4e Boeroe Kon Makandra – 18 juni 2006, Soest
Beste boeroes en andere belangstellenden, hieronder enige impressies van de 4e BKM op 18 juni 2006 in StayOkay Soest.
Omdat het StayOkay Hostel aan de Bosstraat in Soest vorig jaar als locatie voor de jaarlijkse BKM zo goed bevallen is, heeft het bestuur dit jaar voor de 4e Boeroe Kon Makandra op zondag 18 juni 2006 opnieuw voor StayOkay Soest gekozen. De voormalige jeugdherberg is centraal gelegen tussen bossen en de Soesterduinen, is goed bereikbaar (ook voor treinreizigers) en heeft parkeergelegenheid op het terrein; gelegen aan de rand van het natuurgebied is het ook voor kinderen, dankzij de aanwezigheid van allerlei speelmateriaal, een perfecte plek.
Om half elf werden de afstammelingen van de Boeroe’s traditiegetrouw ontvangen met koffie, thee en een grote sortering lekker gebak. Het was een warme dag; veel mensen gingen buiten op het terras zitten. Voorzien van een naamsticker bekeek men elkaar, op zoek naar iets van herkenning, en ook nu waren er weer verraste uitroepen, hartelijke begroetingen en omhelzingen van mensen die elkaar soms vele jaren niet ontmoet hadden.
Een dame slaakte de verzuchting: “Ben ik hier op de BKM, kom ik iemand tegen die ik veertig jaar niet gezien heb!”
Er waren 135 deelnemers, waaronder zelfs uit Suriname, de VS en Portugal; uit Canada waren zes leden van de families Rozenberg/van Brussel speciaal voor de BKM overgekomen! Opvallend was, dat er ook deze keer weer nieuwe, onbekende gezichten bij waren.
Na de koffie vertrokken de aanwezigen naar de andere zaal, waar al die tijd een voortdurende diashow van oude tot zeer oude foto’s te zien was.
Gerbrand van Brussel heette de aanwezigen welkom en gaf vervolgens een toelichting op het reilen en zeilen van wat nu heet: de Stichting Boeroe Kon Makandra. De hoeveelheid stamboomgegevens neemt nog steeds toe: het aantal ingevoerde personen bedraagt nu ca. 4000.
Prettig detail was, dat de Stichting er in geslaagd is vorig jaar een beetje geld over te houden!
Met betrekking tot de vraag of er op Voorzorg nu wel of niet graven van boeroe’s te vinden zijn, is Gerbrand van Brussel ter plaatse zelf op onderzoek uitgegaan in gezelschap van zijn broer Eric van Brussel, Erick Rijsdijk en Ferdinand Bakker. De eerste indruk was die van ondoordringbaar bos met “brantimaka”, getuige ook de foto’s die als illustratie bij zijn verhaal vertoond werden. Toen ze zich een weg gekapt hadden en op onderzoek uitgingen vonden ze na enige tijd eerst het ene kanaal, alsmede de totaal overgroeide dam. De gedachte, dat de dam het getijdenwater tegen zou houden, bleek niet op te gaan: zowel vóór als achter de dam bleek het terrein modderig tot zeer drassig te zijn en moeilijk begaanbaar; op enkele plaatsen zakten ze met hun laarzen diep in de modder. Na verloop van tijd ontdekten ze ook het andere kanaal en restanten van de pijlers van een brug. Op een zeker moment dachten ze mogelijk een grafsteen gevonden te hebben in de modder; na enige moeite kregen ze het gevaarte overeind en bleek het een molensteen te zijn! Een tweede molensteen werd daar echter niet aangetroffen.
Hierna was het woord aan Paul Droog, die een interessante presentatie gaf over het verschil in reizen naar Suriname in 1845 en in deze tijd.
Uitgangspunt waren de zeilschepen waarmee de kolonisten de overtocht maakten, afgezet tegen een modern vliegtuig: het verschil (of overeenkomst) in lengte, breedte, snelheid, capaciteit in hoeveelheid personen, snelheid van verplaatsen, en reistijd.
Paul maakte gebruik van oud kaartmateriaal en moderne satellietbeelden, wat tot frappante inzichten leidde.
We hadden al vernomen, dat de kolonisten vertrokken zijn vanuit Amsterdam. In aanmerking genomen dat de kolonisten huisraad meenamen (de familie Van Ravenswaay had bijvoorbeeld o.m. een groot hemelbed bij zich) is de tocht naar Amsterdam met zoveel mensen en bezittingen al een avontuur op zich geweest. Dan blijkt dat de reis via het Noord-Hollandskanaal naar Den Helder ging; omdat op het kanaal niet gezeild kon worden werden de schepen getrokken. Bij Graftdijk al werd het eerste kind geboren en gedurende de rest van de reis nog vier kinderen. Bij aankomst bij Coppenamepunt bleken de schepen niet over de daar aanwezige zandbanken te kunnen komen; de toegezegde hulp bleef aanvankelijk uit. Na veel vijven en zessen duurde het nog 10 à 12 dagen alvorens de schepen Voorzorg bereikt hadden.
Vergeleken daarmee duurt de vliegreis naar Paramaribo tegenwoordig slechts ca. 8 uur. Het onderweg verstrekte voedsel werd ook vergeleken: de aan boord van het vliegtuig geserveerde maaltijden ten opzichte van die aan boord van de schepen. Hier begon men iedere ochtend o.m. met “gort, 6 maatjes bier en 2 zoopjes jenever, ieder van 5 vingerhoeden”, gevolgd door een weekmenu, bestaande uit vlees met grauwe erwten en zuurgoed op zondag en woensdag, stokvis met groene erwten of gort op maandag en vrijdag, spek met zuurkool op dinsdag, donderdag en zaterdag. Daarnaast werd er nog 2½ ons kaas, 3¾ ons boter en 2 ponden hard brood per persoon per week verstrekt. Met behulp van de satellietbeelden konden we zien dat de afstand van Voorzorg naar de stad via de Saramaccarivier en de zee ca. 160 km bedraagt;
over het Saramaccakanaal bedraagt die afstand 40 km. Dit kanaal was echter een getijdenkanaal, dat bij laag water droog viel. Kortom, dit was weer eens een andere manier om te kijken naar de problemen waar de kolonisten zich destijds voor geplaatst hebben gezien. Tenslotte kregen we met behulp van satellietbeelden een vogelvluchtoverzicht van Paramaribo, waarbij belangrijke of kenmerkende punten werden aangewezen, de loop van bekende wegen werd gevolgd en een duidelijk beeld ontstond van wat er in de loop der tijd allemaal veranderd en/of bijgebouwd is. Buitengewoon boeiend allemaal.
Intussen organiseerde Frank Veldhuizen buiten voor de liefhebbers en de kinderen wedstrijdjes volleybal en voetbal.
Na afloop van een en ander was het tijd voor de jaarlijkse groepsfoto, gevolgd door de warme maaltijd.
Omdat er vorig jaar teleurgestelde geluiden te beluisteren waren dat er geen Surinaams eten geserveerd werd, heeft het bestuur veel moeite gedaan dit nu anders op te lossen. Uiteindelijk is uit Portugal een speciale Surinaamse kok overgevlogen in de persoon van Daisy van der Wiel. Dit leidde er toe dat er eerst lekkere, pittige soep op tafel kwam, waarna een enorme rij ontstond langs het buffet, waar opgeschept kon worden van heerlijke nasi, saté met pindasaus, kroepoek, verschillende soorten zuur en rauwkost. Als nagerecht was er een chocolade- of aardbeientoetje met ijs en slagroom.
In de zaal was het tussen de bedrijven door de hele dag mogelijk meegebrachte oude foto’s te scannen en op de vier opgestelde laptops kaartmateriaal, oude foto’s of stamboomgegevens te zien of in te voeren, maar nu waren de stoelen aan de kant gezet om ruimte te maken voor dansi. Intussen was er gelegenheid om lootjes te kopen voor de loterij. Er waren vele mooie prijzen te winnen, variërend van een cocktailshaker tot Braziliaanse theedoeken, lekkere zelfgebakken taart tot een klokje annex calculator, een radiootje, opblaasbadje enz. Ook was er weer zelfgemaakte orgeade, wat veel gejuich veroorzaakte, en een heel grote, ingelijste groepsfoto van de BKM 2005.
Al met al was het weer heel erg gezellig. Hierna was er nog tijd om verder te dansen of na te praten. Er werden grote manden met chips, en schalen met kaas en worst neergezet. Hoewel er gezorgd was voor een groot scherm, zodat de liefhebbers desgewenst naar het WK-voetbal konden kijken, zaten er ver na de beoogde eindtijd van 17.00 zowel binnen als buiten op het terras overal nog groepjes mensen gezellig bij elkaar.
Namens de Stichting BKM, Gerbrand van Brussel, Paul Droog, Gerda Pieters en Frank Veldhuizen, willen wij iedereen bedanken voor het zeer geslaagd feest.
Hoeronder enkele foto’s van de BKM 2006