1840-1845 | Voorbereidingen kolonisatie |
Ca 1840 | Predikanten Arend van den Brandhof en Dirk Copijn informeren naar een benoeming in Suriname. Er blijken geen plaatsen te zijn. |
23 juni 1842 | Predikanten Van den Brandhof, Copijn en Betting leggen een kolonisatieplan voor aan de Minister van Koloniën Baud. Hierin is sprake van 200 gezinnen. |
augustus 1842 | Betting past het plan aan in gesprek met Gouverneur-generaal der West-Indische Bezittingen Elias: eerst gaan met 50 gezinnen. |
25 jan 1843 | Goedkeuring plan Bij Koninklijk Besluit. |
8 mei 1843 – 19 juni 1843 | Ds. Betting reist aan boord van de “Wilhelmina” af naar Suriname om een plaats voor de kolonisatie uit te zoeken. Hij komt uit op de militaire post Groningen aan de Saramacca rivier. Met Betting reizen Leendert van den Bovenkamp, Jan Rijsdijk en gezin en Wouter de Vries mee. |
4 sep 1843 | Na gouvernementsresolutie wordt begonnen met voorbereidende werkzaamheden op Groningen: ontbossen en inpolderen. Zij krijgen de beschikking over 36 gouvernementsslaven |
Dec 1843 | Van den Bovenkamp en De Vries keren terug naar Nederland; Betting raadt kolonisatie af in rapport aan gouverneur-generaal Elias |
Juli 1844 | Betting koopt plantage Voorzorg aan de overkant van de rivier. Arts Tydeman voorspelt dat dan voor een kerkhof voor de helft van de kolonisten moet worden gezorgd. Wederom beginnen de voorbereidende werkzaamheden. |
Dec 1844 | De planning om de kolonisatie te starten worden niet gehaald. Veel aanstaande kolonisten hebben hun hebben en houden dan al verkocht. Hen wacht een zware winter. |
1845-1853 | Kolonisatie aan de Saramacca |
10 mei 1845 | Tweedeks barkschepen de “Suzanna Maria” en de “Noord-Holland” vertrekken met resp. 106 en 86 kolonisten |
11 juni 1845 | De schepen bereiken Suriname |
20 juni 1845 | Aankomst “Suzanna Maria” bij Groningen |
21 juni 1845 | Aankomst “Noord-Holland” bij Groningen |
12 juli 1845 | Aankomst “Antonia en Eugenie” met 115 kolonisten, waaronder ds. Van den Brandhof en dr. De Jong |
22 juli 1845 | Ds. Copijn overlijdt |
3 aug 1845 | Aankomst “Phoenix” met 37 kolonisten |
Juli-okt 1845 | Dysenterie epidemie, 174 van de 347 kolonisten overlijden |
April 1848 | J.H. Westphal plant een kolonisatie aan de Coesewijne en probeert de kolonisten uit Groningen hiervoor te interesseren. Deze kolonisten verwaarlozen daarbij hun werk. Het plan mislukt. |
17 april 1849 | Adjunctbestuurder Hermanus van Genderen komt met 8 jongemannen de kolonie versterken. |
1849 | Westphal start op Phaedra aan de Rama een nieuwe kolonisatie. Drie kolonistengezinnen gaan naar Rama |
16 nov. 1849 | In de loop van 1849 vertrekken vele kolonisten naar de omgeving van Paramaribo. Besluit tot opheffing van de kolonisatie; op 10 december is er uitstel van executie. |
1851 | Gele-koorts epidemie |
31 mei 1853 | De kolonisatie wordt opgeheven. Er zijn dan nog 54 kolonisten over. |
1853-1895 | Boeren aan de rand van Paramaribo |
Maart 1854 | Van den Brandhof vertrekt uit Suriname |
13 april 1863 | Van den Brandhof overlijdt |
1897 | R.A. Tammenga lid van Koloniale Staten |
1895 | 50-jarige herdenking boerenkolonisatie. Rapport Koloniale staten over nieuwe kolonisatie. J. Muller maakt vele foto’s van de boeren |
1920 | 75-jarige herdenking boerenkolonisatie. Speciale herdenkingsmunt wordt uitgereikt aan de gezinshoofden |
sept 1945 | Oprichting Unie |
19 jan 1946 | Oprichting VANK (Vereniging Afstammelingen Nederlandsche Kolonisten) |